Verlaagde vennootschapsbelasting is starter-vriendelijk

Starters hoeven zichzelf geen 45.000 euro loon uit te keren

De regering heeft in het najaar van 2017 beslist om het tarief van de vennootschapsbelasting te laten dalen. Bovendien kunnen kleine vennootschappen en kmo’s blijven genieten van een verlaagd tarief. In plaats van 25% (in 2019 is dat nog 29,58%) zullen ze ‘slechts’ 20% betalen (20,40% in 2019). Daar zijn weliswaar een paar voorwaarden aan verbonden. De zaakvoerder moet zich bijvoorbeeld een loon van minstens 45.000 euro uitkeren, 9.000 euro meer dan voorheen.

U zal maar een starter zijn, die alle inkomsten nodig heeft om zijn onderneming op toerental te krijgen. Misschien vindt u een minimumloon van 45.000 euro dus wat overdreven. (Ook al verdient u dat ongetwijfeld, laat daar geen twijfel over bestaan.) De regering wou er met de maatregel echter voor zorgen dat de hele operatie budgettair in evenwicht bleef. Van een loon van 45.000 euro kan de personenbelasting tenslotte ook nog wat afromen.

Gelukkige uitzonderingen

De soep wordt gelukkig niet zo heet gedronken als ze geschonken wordt. Om te beginnen worden ook voordelen van alle aard en geherkwalificeerde huur in aanmerking genomen om de totale bezoldiging te bepalen.
  1. Is het belastbaar resultaat van uw vennootschap lager dan 45.000 euro, dan volstaat het om een loon op te nemen dat gelijk is aan dat belastbaar resultaat.
  2. Is uw vennootschap nog geen vier boekjaren oud, dan kan u sowieso genieten van het verlaagde tarief, ongeacht het loon dat u zichzelf toekent.
Blijft u met vragen zitten?
Contacteer ons voor meer uitleg.

Op de hoogte blijven?